Stad zonder armoede
Leuven als eerste armoedevrije stad. Dat is onze ambitie. Als linkse partij is ons motto: “we zijn pas rijk als niemand arm is”. Leuven is een rijke stad waar het goed leven is. Het gemiddeld belastbaar netto-inkomen per inwoner ligt met 38.200 euro hoger dan in andere centrumsteden. Toch is dat inkomen steeds ongelijker verdeeld. De tweedeling tussen arm en rijk groeit. Dat vandaag één kind op de acht in België wordt geboren in kansarmoede is onaanvaardbaar. Wat moet het komende stadsbestuur prioritair doen? Naast het thema wonen is dat in Leuven de armoede aanpakken. Armoedebestrijding staat niet op zich en is verbonden met vele thema’s. We willen mensen versterken door volop in te zetten op wonen, op werk, op gezondheid, op onderwijs en op ontplooiing. Daar worden mensen sterker van en de stad ook. Om van Leuven de eerste stad zonder armoede te maken, stellen we daarom zes strijdpunten voor.
Visie
Meer achtergrondinformatie
Een dak boven je hoofd biedt ruimte en rust. Een baan die werkzekerheid biedt en een loon waar je mee rondkomt, toegang tot betaalbare gezondheidszorg en tot onderwijs met kleinere klassen, dat zijn allemaal essentiële elementen om mensen een toekomst te bieden. Daar zijn structurele maatregelen voor nodig. Natuurlijk, dat is een verantwoordelijkheid van de Vlaamse en de federale regering. Maar ook de stad heeft handvatten in de strijd tegen armoede. Haar sterkte is dat ze dichter bij de mensen staat. Of zou kunnen staan. Wonen, werk, gezondheid, onderwijs en ontplooiing: het zijn essentiële mensenrechten. Elk van die rechten vind je afzonderlijk terug in dit stadsprogramma. Maar specifiek voor mensen in een moeilijke sociale situatie is er veel meer mogelijk.
Armoede is een realiteit voor almaar meer mensen. Het is niet alleen een zaak van daklozen of studenten die niet meer de huurprijs van een kot kunnen betalen. Meer dan twee miljoen Belgen lopen het risico om in armoede te belanden. In Leuven bevindt 20 procent van de mense zich onder de kritische grens van 10.000 euro belastbaar inkomen. De energiecrisis heeft laten zien dat ook tweeverdieners in de problemen kunnen komen. Naast torenhoge energiefacturen moesten mensen ook nog afrekenen met een dure winkelkar. Daarnaast kan iedereen getroffen worden door werkloosheid of ziekte. Verzet tegen armoede is hoognodig in een wereld die helemaal de pedalen kwijt raakt.
Armoedebestrijding moet een hoofdprioriteit worden voor stad Leuven. Politici moeten de armoede bestrijden en niet de armen. Vandaag kan je een GAS-boete krijgen als je bedelt in de binnenstad. Dat is de wereld op zijn kop.
Wat wij willen
Eén. Het recht op wonen garanderen voor allen
- In ons programmapunt van wonen hebben we vijf speerpunten om wonen betaalbaar te maken.
- We organiseren het hele jaar door een noodopvang voor de honderd dak- en thuislozen in onze stad. Deze opvang is zonder voorwaarden en zonder drempel toegankelijk en biedt ook overdag onderdak.
- We investeren meer in de dienst Housing First, het huidig aanbod wordt uitgebreid naar het effectieve aantal chronische daklozen.
Meer achtergrondinformatie
Onze aanpak voor betaalbaar wonen in Leuven beschrijven we in het eerste hoofdstuk van dit programma. Hier hebben we het kort over extra noodzakelijke maatregelen voor de bescherming van mensen in armoede.
We willen inzetten op laagdrempelige schuldhulpverlening en budgetbegeleiding in de buurthuizen. We willen daar ook woonbegeleiders die helpen om het recht op degelijke huisvesting te vrijwaren. We willen ook preventiever werken. Verhuurders willen we stimuleren de maatschappelijke dienstverlening te informeren zodra iemand twee maanden huurachterstand heeft. Dat geldt zowel bij sociale huisvesting als op de private huurmarkt.
Er zijn ongeveer 500 thuis- en daklozen in Leuven. Voor hen willen wij het hele jaar door een noodopvang. Een dienst die toegankelijk is en ook overdag onderdak biedt. Momenteel zijn de plaatsen in Leuven te beperkt. Leuven heeft twaalf opvangplaatsen voor mensen in dakloosheid, terwijl 65 mensen permanent dakloos zijn. Daklozen verblijven daardoor in bankkantoren of werden al opgevangen op café, dat kan niet de bedoeling zijn. Line De Witte, gemeenteraadslid voor PVDA, kwam daarover al verschillende keren tussen op de Leuvense gemeenteraad. Het probleem werd door de schepene en de burgemeester geminimaliseerd. Volgens schepene Bieke Verlinden zijn er voldoende opvangplaatsen, burgemeester Ridouani verwees naar plannen om extra kamers bij te creëren: aan het Sint-Jacobsplein zouden in de toekomst 34 kamers bijkomen. Een deel daarvan zal gebruikt worden voor winteropvang voor daklozen en een ander deel wordt noodopvang voor mensen die hun huis kwijt zijn. Wij steunen dit plan, maar er is meer nodig, zowel in de tussentijd als structureel. Wij willen het aantal opvangplaatsen verviervoudigen, naar het huidige cijfer van mensen in chronische dakloosheid. De noodopvang moet ook degelijke infrastructuur krijgen, met kamers voor maximaal vier personen en een aparte opvangplaats voor gezinnen met kinderen.
Naast het voorzien van altijd toegankelijke noodopvang moet Leuven ook werk maken om mensen uit dakloosheid te halen. Wie bij de noodopvang aanklopt, moet binnen drie maanden toegang krijgen tot een housing first-traject. Op dit moment worden er vijf woningen via housing first verhuurd. Dat is een start, maar het is onvoldoende om het aantal chronisch daklozen uit dakloosheid te halen. Het basisidee van housing first is eerst een woning aanbieden en daarna begeleiding opstarten op maat van de mens. Internationaal onderzoek wijst uit dat housing first de efficiëntste en meest kosteneffectieve manier is om dakloosheid te bestrijden. Wij willen dus ook het aantal housing first trajecten verviervoudigen, met meer middelen en beschikbare huurwoningen.
Stad Leuven zette in op een eigen Leuvense huurpremie voor mensen die op de wachtlijst voor een sociale woning staan. De Vlaamse huurpremie kan je pas aanvragen na vier jaar op de wachtlijst te hebben gestaan. De Leuvense huurpremie is al na één jaar beschikbaar. Het is een nobel, maar zeer beperkt initiatief. De Leuvense huurpremie is immers zeer laag: het basisbedrag ligt op 20 euro en voor wie kinderen heeft op 40 euro. Per kind komt er 15 euro bij. Voor een alleenstaande die de helft van zijn inkomen uitgeeft aan een appartement van 900 euro, maak die 20 euro weinig verschil.
Twee. Vast werk, ook voor mensen in kwetsbare posities
- Werk blijft de belangrijkste hefboom om uit armoede en sociaal isolement te raken. We investeren resoluut in opleiding, begeleiding en sociale tewerkstelling voor maatschappelijk kwetsbare groepen.
- We willen dat het stadspersoneel representatief is voor de stadsbevolking: met ook kortgeschoolden, mensen met een beperking, jongeren, mensen met een migratieachtergrond.
- We draaien de privatisering van poetsdiensten, parkeerbeleid en wegenwerken terug.
Meer achtergrondinformatie
De beste bescherming tegen armoede is een kwalitatieve job. Bij werklozen loopt het armoederisico op tot 41 procent. ‘Eenieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.’ Zo staat het in artikel 23 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het recht op arbeid is ook opgenomen in de Belgische Grondwet.
Dat iedereen toegang moet krijgen tot een job die beschermt tegen armoede, is de eerste uitdaging. Wij willen volwaardige jobs met een goed loon. In ons land stijgt het aantal werkende armen tot bijna een op de twintig jobs. Van de nieuwe jobs is meer dan de helft tijdelijk en/of laagbetaald. Zo komen we er dus niet.
De Stad Leuven moet zelf het goede voorbeeld geven. Vandaag worden ook in Leuven heel wat taken en diensten van de Stad uitbesteed aan bedrijven die slechtere arbeidsvoorwaarden en een slechtere verloning hanteren. In februari 2024 werd de uitbesteding van de poetsploeg bijna unaniem goedgekeurd op de gemeenteraad. Enkel Line De Witte (PVDA) stemde tegen. Dat het stadsbestuur bespaart op mensen met een precair statuut is asociaal en onrechtvaardig. De schoonmakers, veelal mensen in maatschappelijk kwetsbare posities, werken vaak in precaire arbeidsomstandigheden. Hoewel de Stad zichzelf profileert als een inclusieve werkgever die oog heeft voor het welzijn van haar werknemers, faciliteert zij tegelijkertijd een systeem dat mensen in kwetsbare posities duwt. Een systeem waar multinationals bovendien grote winsten op maken. Hetzelfde gebeurt met de wegenwerken, met de beveiliging van het stadskantoor, met de parkeerwachters. Allemaal jobs die worden uitbesteed aan de privé, met slechtere contracten en lagere lonen.
‘Artikel 60-tewerkstelling’ willen we alleen als dat de best mogelijke werkgelegenheid is voor de betrokkene. Het blijft namelijk heel dikwijls een tijdelijke en laag verloonde tewerkstelling. We werken hier alleen samen met organisaties zonder winstoogmerk die de nodige expertise en omkadering bieden. Er moet hier doorgroeimogelijkheid zijn zodat mensen nadien niet opnieuw zonder werk vallen. Het OCMW moet investeren in goede en nabije arbeidsbegeleiding, want werk blijft de belangrijkste hefboom om uit de armoede en het sociale isolement te raken.
Drie. Onder de armoedegrens kun je niet leven
- We breiden de aanvullende financiële steun verder uit tot de Europese armoedegrens.
- Het leefloon is het laatste vangnet en moet een onvoorwaardelijk recht zijn. We zetten in op taalondersteuning, werkbegeleiding en integrale coaching, niet op sanctionering.
- We eisen dat de uitgaven voor het leefloon volledig terugbetaald worden door de federale overheid. Leuven werkt samen met andere steden om dit af te dwingen.
- We zetten proefprojecten in voor gezinnen met kinderen en alleenstaande jongeren in armoede. We koppelen bijkomende financiële ondersteuning aan intensieve begeleiding, opleiding en empowerment, vanuit een emancipatorische en niet sanctionerende insteek.
Meer achtergrondinformatie
Onze samenleving heeft een laatste vangnet nodig voor mensen in sociale moeilijkheden. Iedereen moet de kans krijgen om gepaste hulp en dienstverlening te krijgen. Dat houdt in dat het OCMW er naar streeft om ook de meeste kwetsbare mensen een menswaardig bestaan te geven. De huidige maatschappelijk werkers krijgen te weinig ruimte voor menselijk contact en voor opvolging en moeten veel tijd investeren in administratie en screenings. Het OCMW moet terug het brugfiguur worden tussen de stad en haar inwoners. Maatschappelijk werk is in de eerste plaats mensenwerk en geen computerwerk. Daarvoor moet het personeelsbestand bij het OCMW worden uitgebreid, zodat zij meer ruimte krijgen om hun job te kunnen uitoefenen.
Van een leefloon moet je kunnen leven. Het is het laatste vangnet. Maar vandaag ligt het leefloon ver onder de armoedegrens. Het leefloon voor een alleenstaande bedraagt bijvoorbeeld 1.288 euro terwijl de Europese armoedegrens voor een alleenstaande op 1.450 euro staat. Wij willen de leeflonen optrekken tot aan het referentiebudget voor een menswaardig inkomen. Dat referentiebudget komt overeen met de Europese armoedegrens.
Wij willen ook dat het leefloon onvoorwaardelijk is en dat het rekening houdt met de veranderende realiteit. Zo moeten ook cohousing en kostendelend samenhuizen kunnen, zonder dat je een derde van je leefloon verliest. De federale overheid bepaalt het bedrag van het leefloon. De regering belooft al lang om het op te trekken tot de armoedegrens, maar dat gebeurt niet. Nochtans berekende het Planbureau dat het, omwille van de grote terugverdieneffecten, financieel haalbaar is.
De Stad Leuven geeft vandaag al beperkte bijkomende financiële steun bovenop de bestaande vervangingsinkomens. Die aanvullende financiële steun willen we optrekken tot de armoedegrens. Daarmee nemen we als stadsbestuur het voortouw en geven we een duidelijk signaal aan de federale regering. We ondernemen stappen om, samen met andere steden, druk uit te oefenen op de federale regering om de vervangingsinkomens op te trekken tot het referentiebudget in plaats van de financiële last van aanvullende steun op de gemeentes af te wentelen.
Binnen dit kader ondersteunen we het voorstel van Ieders Stem Telt om proefprojecten mogelijk te maken waarbij we, bijvoorbeeld voor gezinnen met kinderen of alleenstaande jongeren, extra financiële ondersteuning geven bovenop de minimumuitkeringen en dat koppelen aan intensieve begeleiding, opleiding en empowerment. Op die manier geven we mensen financiële ademruimte, een soort startpakket, om hun leven en toekomst in handen te nemen, zonder de permanente stress om rond te komen en de angst voor sanctionering.
Vier. De stad streeft naar een sterke en betaalbare dienstverlening voor allen
- Algemene stop op prijsverhoging voor zwemmen, bibliotheek.
- Het zwembad van Kessel-Lo blijft publiek en betaalbaar.
- We verlagen de prijs van de reeds bestaande stadsdiensten zoals het containerpark en de bewonerskaart..
- Dienstverlening volgens 3 B’s: bereikbaar, begrijpelijk en behulpzaam. Nu lopen mensen zich vast in de doolhoven van dienstverlening.
- We voeren een sterkeschouderstaks in voor grote bedrijven om zo de belasting te verlagen bij inwoners en kleine zelfstandigen.
- We voorzien gratis maaltijden voor kinderen op school.
Meer achtergrondinformatie
Leuven is kampioen wat betreft dure stadsdiensten. De gemeentebelasting ligt lager dan in andere centrumsteden, maar de stadsdiensten blijven in de verf staan met dure prijzen. Een parkeerkaart kost fors meer in Leuven in vergelijking met andere steden. Voor een eerste wagen betaal je 60 euro per jaar. Indien je partner ook een auto nodig heeft, betaal je nog eens 300 euro. In andere centrumsteden zien we een duidelijk ander beleid. In Gent en Hasselt kan je zelfs gratis een bewonersparkeerkaart aanvragen. Maar ook vuilniszakken kosten in Leuven meer dan elders. De stad voorziet een aantal gratis vuilzakken voor iedereen met een verhoogde tegemoetkoming. Maar waarom wordt dat niet uitgebreid naar alle inwoners? Het zijn niet enkel bewoners met een verhoogde tegemoetkoming die het moeilijker krijgen om rond te komen. Voor veel mensen wordt het einde van de maand een te dure grap. Het houdt niet op bij parkeerkaarten en vuilniszakken. Zelfs een paspoort aanvragen is in onze stad duurder dan elders en ook het containerpark is een hap uit het budget.
Dure stadsdiensten zijn een oneerlijke vorm van belasten. Wie een lager inkomen heeft, betaalt in verhouding meer dan iemand met een hoog inkomen. Aan de andere kant is er geen belasting voor grote bedrijven op ons grondgebied. Het stadsbestuur haalt dus geld bij bewoners door dure stadsdiensten en geeft grote bedrijven vrijspel. In Leuven bestaat in tegenstelling tot de meeste centrumsteden geen oppervlaktetaks of drijfkrachttaks voor grote bedrijven die op haar grondgebied gevestigd zijn zoals AB Inbev of KBC. Bedrijven maken gebruik van transportinfrastructuur, van onderzoek aan de universiteit en van sociale voorzieningen. Het is dan ook logisch dat ze een bijdrage leveren aan de stadsfinanciën.
We stellen een sterkeschouderstaks voor zoals PVDA samen met Vooruit invoerde in Zelzate: een oppervlaktebelasting voor bedrijven vanaf 5000m². Op de oppervlakte boven 5000m² betaal je een vaste vierkante meterprijs aan het tarief van Zelzate. Dat levert miljoenen op die we kunnen gebruiken om het leven voor kleine zelfstandigen en gewone mensen draaglijker te maken. In een dure stad als Leuven is dat het minste wat we kunnen doen. Met de opbrengst daarvan verlagen we de prijzen van de stadsdiensten en de belastingen voor kleine zelfstandigen.
In tijden dat veel mensen moeilijk de eindjes aan elkaar kunnen knopen en de facturen oplopen, is het maar logisch dat het grootbedrijf en de grote banken een steentje bijdragen. Met onze sterkeschouderstaks halen we het geld waar het zit zodat we aan de zelfstandigen en de bevolking meer zuurstof kunnen geven. We kunnen met de opbrengst ook de prijzen van de dure stadsdiensten voor de bewoners blokkeren of verminderen.
Vijf. Sociaal beleid op mensenmaat
- We geven mensen in armoede een structurele stem in het beleid, door hen te betrekken bij belangrijke besluitvormingsprocessen en beleidsbeslissingen.
- We werven mensen met ervaringsdeskundigheid aan bij de stad, zodat zij hun ervaring kunnen combineren met de professionele kennis van de stadsdiensten en ambtenaren en projectverantwoordelijken. We geven ervaringsdeskundigen niet alleen advies- maar ook beslissingsbevoegdheid.
- We zorgen dat sociale rechten zoveel mogelijk automatisch toegekend worden. Daarbij is een rechtenverkenning van belang: voor iedereen nagaan op welke rechten en sociale tegemoetkomingen hij of zij recht heeft.
- Het leefloon moet gemakkelijk en discreet aan te vragen zijn.
- We zetten in op extra personeel bij OCMW Leuven, zodat er meer tijd is voor ondersteuning van de rechthebbenden.
- We hanteren het click-call-connect-principe om de digitale kloof te overbruggen: websites moeten eenvoudig en laagdrempelig zijn, in combinatie met toegankelijke fysieke dienstverlening.
- De Stad zorgt voor bijkomende tolkuren, zodat de kwaliteit van de hulpverlening verbetert.
Meer achtergrondinformatie
Mensen in kwetsbare posities worden nu te laat of helemaal niet betrokken bij besluitvormingsprocessen van de Stad en dit werkt onrecht in de hand. Daarom willen wij mensen in armoede een structurele stem geven in het beleid, door hen te betrekken bij elke beleidsbeslissing die impact heeft op het leven van mensen in een kwetsbare maatschappelijke situatie. Op verschillende diensten en departementen werven we structureel mensen met ervaringsdeskundigheid aan bij de Stad Leuven. Zo kunnen zij hun ervaring combineren met de professionele kennis van de stadsdiensten en ambtenaren en projectverantwoordelijken. We geven ervaringsdeskundigen daarbij de macht en het vertrouwen om mee te beslissen en niet louter advies te geven.
Veel mensen die recht hebben op een uitkering doen daar geen beroep op. Maar liefst veertig procent van de rechthebbenden op een uitkering vraagt die uitkering niet aan. Een van de redenen daarvoor is dat mensen niet graag bij het OCMW aankloppen uit schaamte of schuldgevoel, omdat ze bang zijn om als profiteurs of fraudeurs bekeken te worden, omdat ze administratief niet sterk zijn of omdat ze hun rechten gewoon niet kennen. Daarom willen wij dat rechten zoveel mogelijk automatisch worden toegekend. Het is niet zo moeilijk om mensen te verwittigen als je vermoedt dat ze onder de armoedegrens leven en in aanmerking komen voor bepaalde steun of hulpverlening.
Voor verschillende tegemoetkomingen moet je vaak steeds weer dezelfde papieren verzamelen. Ook dat kan eenvoudiger: als je een papier binnenbrengt, dan moet het ook gebruikt kunnen worden voor andere aanvragen. Dat is het only-once-principe. Het maakt het leven voor iedereen eenvoudiger, ook voor de administratie.
Vandaag lopen mensen zich vast in de doolhoven en drempels van dienstverlening en administratie. Dienstverlening moet begrijpelijk zijn: geen moeilijke woorden en geen jargon, geen digitale doolhoven, maar hulp op maat. Met een tolk als dat nodig is. We breiden het aantal tolkuren uit zodat de dienstverlening verbetert. We hanteren het click-call-connect-principe als norm. Daarbij moeten websites en digitale apps en tools helder en eenvoudig te gebruiken zijn. Telefoneren moet gratis en laagdrempelig zijn, met eenvoudige keuzeopties. Tenslotte moet de dienstverlening fysiek en vlot toegankelijk zijn, ook zonder digitale afspraak. We pleiten daarom voor ruimere openingsuren en een betere bestaffing van loketten.
Veel mensen die beroep willen doen op het OCMW, ervaren lange wachttijden bij de aanvraag van een uitkering. Per aanvraag dient de maatschappelijk werker een sociaal onderzoek te doen. Bijvoorbeeld: bij de aanvraag van een leefloon dient de sociaal werker meerdere gesprekken te voeren met de cliënt en gegevens te controleren uit de kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Gemiddeld zit je aan zes verschillende documenten per aanvraag, hierdoor is de gemiddelde wachttijd voor de toekenning of weigering van een leefloon 31 dagen. OCMW Gent heeft samen met KU Leuven een proefproject opgestart om de aanvraag van een leefloon efficiënter, maar vooral sneller te laten verlopen. Het OCMW van Gent gebruikt een online applicatie om een leefloonaanvraag goed te keuren. Hierdoor kan een sociaal werker binnen de week de aanvraag tot een uitkering goedkeuren. Leuven moet kiezen voor een hulpverlening die efficiënt en snel mensen in nood kan helpen. Wie aanklopt bij het OCMW moet binnen de week worden geholpen.
Naast een snelle toekenning is een uitreikende hulpverlening cruciaal om mensen op tijd te kunnen helpen. Momenteel dienen Leuvenaars zelf naar het OCMW te stappen bij mogelijke financiële problemen. Dat is voor veel mensen een zware drempel. Om die weg te nemen, willen we extra sociaal werkers in dienst nemen en op pad sturen om deze mensen zelf actief op te zoeken. Wij kiezen dus voor een Leuven dat zelf op zoek gaat naar mensen in armoede om hen te helpen, niet andersom.
Zes. Meer ondersteuning aan buurthuizen en buurtwerkingen
- We investeren nog meer in buurtcentra, we investeren in meer personeel per buurtcentrum. Zodat de buurtcentra nog meer het verschil kunnen maken.
- In het buurtcentrum voorzien we budgetbegeleiding, woonbegeleiding, arbeidsbegeleiding, begeleiding bij energie- en waterproblemen, hulp bij onderwijs en opvoeding en laagdrempelige medische hulp door verpleegkundigen. Een buurtcentrum moet dus het verlengde worden van het OCMW.
- Met huisbezoeken en straathoekwerk gaan we de wijk in om mensen te bereiken die de weg naar het buurtcentrum niet vinden.
- We bouwen met buurtcentra aan een sterke, warme en solidaire wijk. Er worden ontmoetingsmomenten en -activiteiten georganiseerd zodat de mensen uit de wijk elkaar beter leren kennen.
- We zorgen voor een sociale kruidenier in meerdere wijken, in plaats van één gecentraliseerde plek.
- We organiseren ook in Leuven een voedselbank die gratis eten ter beschikking stelt aan mensen die het nodig hebben.
Meer achtergrondinformatie
Al zijn er veel geëngageerde hulpverleners op het terrein, toch is de hulp vaak moeilijk toegankelijk. Mensen komen niet rond, stapelen schulden op, maar weten niet waar ze hulp kunnen vragen. En ze weten niet waar ze recht op hebben. Voorkomen is beter dan genezen. Een toegankelijke hulp- en dienstverlening helpt vermijden dat mensen verder wegzakken in de problemen. Het terugverdieneffect ervan is groot. Je investeert in dienstverlening, maar tegelijk zorg je voor een hoger inkomen bij inwoners. Daarvoor zijn veel hulpverleners en buurtcentra nodig.
Het mooie aan Leuven is dat er veel sterke sociale organisaties zijn. De stad moet hen nog meer ondersteunen. In de dienstverlening toont een stad haar kwaliteit. Wij willen een brede, laagdrempelige dienstverlening dicht bij de mensen brengen. De bestaande buurtcentra willen we meer middelen geven. We willen binnen de buurthuizen meer structurele aanwezigheid van OCMW, CAW of Dijledal en GGZ. Daarvoor hebben de buurthuizen meer middelen en meer personeel nodig.
Met het concept ‘koffie en papieren’ helpt het buurtcentrum bij administratieve problemen. Bij een kop koffie of thee krijgen mensen hulp om officiële papieren in orde te maken, om de energiefactuur uit te pluizen en om andere problemen op te lossen. Dat is laagdrempelig. Via een ‘rechtenverkenner’ gaat het buurtcentrum samen met de mensen na of ze wel alle sociale tegemoetkomingen krijgen waar ze recht op hebben. Want velen vragen hun rechten niet aan. In het buurtcentrum voorzien we budgetbegeleiding, woonbegeleiding, arbeidsbegeleiding, begeleiding bij energie- en waterproblemen, hulp bij onderwijs en opvoeding, en laagdrempelige medische hulp met de uitrol van een geestelijke gezondheidszorg in alle bestaande en nieuwe buurtcentra.
Vanuit zo’n buurtcentrum gaan buurtwerkers met huisbezoeken en straathoekwerk de wijk in om mensen te bereiken die de weg naar het buurtcentrum niet vinden. Zij kunnen ook specifieke noden van de wijk detecteren waar een buurtcentrum dan verder in moet investeren. Vandaag is dat niet het geval door onvoldoende middelen. Als je nieuw bent in de wijk, krijg je enkel een brief. Er is geen straathoekwerk die zelf naar de mensen gaat.
Via het buurthuis en de buurtwerkers bouwt ons buurtcentrum aan een sterke, warme en solidaire wijk. Het organiseert ontmoetingsmomenten en -activiteiten, zodat de mensen uit de wijk elkaar beter leren kennen. Op die manier pakt het de eenzaamheid van veel mensen aan en werkt het ook aan een betere veiligheid en aan de samenhorigheid. Een win-winsituatie voor de mensen en voor de wijk.
Ten slotte vinden we dat er net als in heel wat andere steden, ook in Leuven een voedselbank moet komen die gratis eten voorziet voor mensen die het nodig heeft. Ook in Leuven zijn er mensen die op het einde van de maand niets over hebben om eten te betalen. Voor hen kan een voedselbank een enorm verschil betekenen.