Dit is het verhaal van de bewoners van de sociale woningen in Lolanden. Een verhaal van winst op kap van kwetsbare mensen, maar ook een verhaal van strijd en hoop. Dit verhaal is een goed voorbeeld van hoe de PVDA samen met de Leuvenaars de stad wil veroveren en gaan voor een stad op mensenmaat.
Het verhaal begint op 17 oktober 2019. Die dag werd PVDA Leuven gecontacteerd door bewoners van de verkrotte sociale woonblokken van Dijledal in Lolanden (Kessel-Lo). Hun woningen werden onbewoonbaar verklaard en ze hadden te horen gekregen dat ze die ten laatste op 7 november 2019 moesten verlaten. Sommige bewoners kregen zelfs een begeleidende brief van het OCMW Leuven waarin stond dat de politie de bewoners desnoods met dwang uit huis kan zetten.
Op de veel te dure private huurmarkt konden deze mensen onmogelijk terecht en de wachtlijst voor sociale woningen is ongelofelijk lang. Het is onaanvaardbaar dat in een rijke stad als Leuven mensen op straat zouden terechtkomen. En dus schoot de PVDA in actie.
Een uitwas van de Leuvense wooncrisis
Om tot een oplossing te komen is het noodzakelijk om eerst goed te begrijpen hoe een probleem tot stand is gekomen. De eerste stap bestond er dus uit om een stap terug in de tijd te zetten en de oorzaken van deze onaanvaardbare situatie te bestuderen.
De afgelopen tientallen jaren heeft men op de woonmarkt steeds meer de wetten van de markt vrij spel gelaten. Gronden die het stadsbestuur in eigen beheer had werden verkocht, het aandeel sociale woningen daalde tot onder het door Vlaanderen vereiste minimum en de sleutels van het woonbeleid werden in handen gegeven van projectontwikkelaars die Leuven volbouwen met luxe woningen. De prijzen om een woning te kopen zijn in Leuven de voorbije vijftien jaar verdrievoudigd en de helft van de huurders besteedt meer dan een derde van het gezinsbudget aan huur.
De woningen in Lolanden waren oorspronkelijk van de socialewoningmaatschappij Dijledal, maar voldeden niet meer aan normen voor woonkwaliteit, zoals vastgelegd in de Vlaamse Wooncode. De woningen werden daarom de afgelopen jaren geleidelijk aan ontruimd om er nieuwe sociale woonblokken voor in de plaats te zetten. De realiteit is dat jammer genoeg dat veel mensen in Leuven heel veel betalen voor woningen die niet veel kwaliteitsvoller zijn. En dus bestond de kans dat de woningen in Lolanden zouden worden gekraakt. Om dat te voorkomen en om de leegstandtaks te omzeilen contacteerde socialewoningmaatschappij Dijledal, Camelot Europe. In 2017 heeft deze Europese vastgoedgigant een erkenning binnengesleept als leegstandsbeheerder van sociale woningen via de toenmalige Vlaams minister van Wonen, Liesbeth Homans (N-VA).
Camelot kreeg als opdracht om de verouderde woningen te beheren tot de heropbouw zou starten. De multinational werkt met een zogenaamd contract voor ‘bezetting ter bede’, een malafide contract waarmee de bewoner niet beschermd wordt zoals in een gewoon huurcontract en waarmee Camelot maximale winst kan maken op de kap van kwetsbare huurders.
Wanneer een mensenrecht een markt wordt
Dat dit een gouden zaakje kon worden voor de multinational viel te voorspellen. Heel wat mensen vallen uit de boot en werden recht in hun armen gedreven. Begin 2019 startte Camelot met immo-advertenties. De lagere huurprijzen, vanaf 250 euro per maand, trokken voornamelijk kwetsbare mensen aan. Ook cliënten van het OCMW en zelfs ex-huurders van Dijledal werden door hun assistenten doorverwezen naar Camelot. De bewoners vertelden ons dat de belofte van goedkope woningen hen als muziek in de oren klonk, maar niemand had hen gewaarschuwd voor de keerzijde van de medaille. Zo vroeg Camelot bijvoorbeeld torenhoge waarborgen zonder ontvangstbewijs.
Bovendien zijn de woningen in bouwvallige staat, zijn ze niet brandveilig en zijn er sporen van asbest. In principe was het de verantwoordelijkheid van Camelot om die woningen op een minimumniveau in orde te zetten voor verhuur. De stad had echter kunnen weten dat dit niet zou gebeuren. Van dat bedrijf was echter al langer geweten dat ze het niet zo nauw neemt met de regels. Zo vertelde ook Frouke Wouters (Groen) op de gemeenteraad van november dat al veel langer gelijkaardige verhalen bekend waren uit andere steden. Toch ging Dijledal in zee met deze organisatie.
De omstandigheden waarin in een rijke stad als Leuven mensen gehuisvest werden, tart elke verbeelding. “De kinderschoentjes op de plek waar de verlichting zou moeten hangen, vertellen op een schrijnende wijze alles in dit droevige verhaal”, schrijft Bart Mertens in een reportage in Het Laatste Nieuws met als titel ‘Kinderen geloven niet dat dit Europa is’.
"Er is geen verwarming in blok 24. Ik moet slapen onder een dikke deken om niet ziek te worden", vertelt Dlgash, in diezelfde reportage. "Op eigen kosten heb ik enkele verbeteringen gedaan maar nu blijkt dat ik hier weg moet wegens onbewoonbaar." Cindy vertelt dat ze geen licht geeft, er asbest is en maar één stopcontact werkt. "Enkel glas met barsten en vocht in de muren, vooral in de slaapkamer", vertelt Khalid, nog een andere bewoner. Hij slaapt samen met zijn kinderen op de grond in de living.
Pas in juli 2019 vonden de eerste controles door de stad Leuven plaats. De onverklaarbaar bewoonde woningen werden onbewoonbaar verklaard. Tientallen mensen dreigden op straat te komen als gevolg van een onfrisse constructie tussen het stadsbestuur en een gewetenloze multinational.
Niet aanvaarden wat je niet kan accepteren
“De grootste vorm van waanzin”, zei Jacques Brel, “is deze wereld te accepteren zoals hij is en niet te strijden voor een wereld zoals die zou moeten zijn.” In een stad zo rijk als Leuven, waar miljoenen worden gebruikt om het straatbeeld op te fleuren, om buitenzwembaden te creëren, om parkings te bouwen, kan het niet dat mensen in woningen moeten wonen waar de ramen niet sluiten, de elektriciteit niet werkt en zichtbaar asbest aanwezig is.
Als gemeenteraadslid voor de PVDA neemt Line De Witte de problemen waar mensen mee naar ons toekomen op straat mee naar de raad. Op de gemeenteraad van 21 oktober vroeg ze om de samenwerking met Camelot Europe stop te zetten en een oplossing aan te bieden aan de getroffen bewoners. Er kwamen geen hardhandige uithuiszettingen, het stadsbestuur erkende dat Camelot Europe geen betrouwbare partner was en beloofde samen met de bewoners op zoek te gaan naar een woning.
Na de gemeenteraad van oktober brachten we de bewoners samen met Lies Corneillie, schepen van Wonen. Op dat overleg werd voor het eerst duidelijk dat de oplossingen voor het stadsbestuur buiten Leuven lagen. De stad hoopte dat deze mensen een betaalbare woning vinden in een andere gemeente. Nadien werd een samenkomst gepland in het buurthuis met CAW en de huurdersbond om de bewoners te helpen een woning te zoeken. Die diensten hebben hard gewerkt om een oplossing te zoeken en de PVDA heeft de bewoners actief naar hen begeleid. Maar een betaalbare woning vinden in Leuven op de privémarkt is eigenlijk een onmogelijke opdracht.
Daarom stelt Line De Witte op de gemeenteraad van november voor om voor alle bewoners een noodwoning te voorzien. De PVDA vertelt de mensen niet dat we hun problemen zullen oplossen met onze geniale ideeën. We moedigen de mensen aan om hun lot in eigen handen te nemen en samen op te komen voor hun rechten. Enkele bewoners van Lolanden deden dat ook. Kinderen hadden brieven geschreven voor de burgemeester, een mama had een bordje gemaakt en een groepje bewoners kwam ook luisteren naar de gemeenteraad waar over hun situatie zou worden beslist.
Zoiets had men in de Leuvense gemeenteraad klaarblijkelijk nog nooit meegemaakt. In plaats van blij te zijn dat burgers betrokken worden bij de politiek, was de houding van het stadsbestuur ronduit vijandig. De burgemeester weigerde om de omslagen met wenskaarten aan te nemen, bordjes meenemen naar de gemeenteraad blijkt verboden te zijn en de bewoners worden meermaals gemaand tot stilte. Wat een contrast met bijvoorbeeld een gemeente als Zelzate waar elke maand tientallen burgers aangemoedigd worden om hun vragen en voorstellen door te geven tijdens het vragenuurtje.
Het voorstel om noodwoningen te voorzien wordt door geen enkele andere partij goedgekeurd. N-VA onthield zich, sp.a, Groen, CD&V, Open-VLD en Vlaams Belang stemden tegen. Op de site van stad Leuven kan je die gemeenteraadsvergadering nog steeds herbeluisteren. Je moet dat doen om te geloven hoe het er aan toe ging. De verwijten vliegen in het rond. Zo zou Line De Witte “foutieve informatie verspreiden”, “de bewoners misbruiken om zichzelf te framen in de pers”, “de instellingen tegenwerken”, “een show opvoeren” en mensen “valse hoop geven”.
Een ander soort realisme
“Valse hoop”, omdat wordt gevraagd dat mensen niet dakloos worden of in een onbewoonbaar verklaarde woning moeten blijven leven. Het loont de moeite om na te denken welke wereldvisie achter zo‘n uitspraak ligt. Het realisme van het stadsbestuur is niet ons realisme. Geloven dat de wooncrisis vanzelf zal verdwijnen door meer van hetzelfde beleid, dat is niet realistisch. De realiteit van mensen zonder chauffage, met ramen die niet sluiten en zichtbare asbest, die realiteit lijkt men niet te willen zien.
Gelukkig legden de bewoners en de PVDA zich niet neer bij het realisme van het stadsbestuur. Wat gezegd werd in de raad brachten we terug naar de straat. In plaats van te accepteren wat zogenaamd niet valt te veranderen, kozen we er voor om te veranderen wat niet valt te accepteren. We bleven samen actie voeren en organiseerden onder andere ‘camping Lolanden’.
Het was belangrijk dat de bewoners voelden dat ze niet alleen stonden. Daarom informeerden we ook vele Leuvenaars en riepen we op tot solidariteit. Doorslaggevend is de strijd van de getroffen mensen zelf, maar dat verschillende journalisten ook reportages maakten over hun situatie speelde geen onbelangrijke rol om ook brede steun te doen ontstaan.
Strijd loont
Vandaag is er - eindelijk - een oplossing. Drie gezinnen kregen een sociale woning. Sommigen weken uit buiten Leuven, waar het minder onbetaalbaar is. Alle andere bewoners werden geherhuisvest in noodwoningen. “Als ik het goed begrijp stelt u voor om alle bewoners te herhuisvesten. Ik geloof niet dat daar goed over is nagedacht. Beseft u dat u met uw voorstel deze mensen valse hoop zou kunnen geven?”, zo klonk Frouke Wouters (Groen) in november nog. Maar onder druk wordt alles vloeibaar, want toch is het precies dat voorstel dat vandaag is gerealiseerd. Dankzij strijd werd het onmogelijke mogelijk.
Die les moeten we onthouden voor de toekomst. Uiteindelijk zijn de voorziene noodwoningen een tijdelijke oplossing. De wooncrisis is daarmee uiteraard niet verdwenen. En wanneer deze mensen niet langer in de noodwoningen kunnen verblijven zullen ze opnieuw met precies dezelfde realiteit geconfronteerd worden.
Een inclusief verhaal, maar blijft het daarbij?
Voor deze noodoplossing er kwam heeft het stadsbestuur al lang genoeg gewacht tot de meeste bewoners zijn uitgeweken buiten Leuven en rekent er op dat ze dat verder zullen doen. Dat is ook op het overleg met de schepen in oktober naar hen toe zo gecommuniceerd. Eigenlijk geeft de stad zo een duidelijk signaal dat voor deze mensen geen plaats is in onze stad. Zolang dat niet verandert blijft het super-inclusieve verhaal van het progressieve stadsbestuur ook echt alleen maar dàt: een verhaal.
Er zijn nochtans andere keuzes mogelijk. In tegenstelling tot bijna alle centrumsteden weigert het Leuvense stadsbestuur om de grote bedrijven op haar grondgebied te belasten. Ondertussen wordt er zes keer meer uitgegeven aan prestigeprojecten dan aan betaalbare woningen. Maar het voordeel van een wereld die op haar kop staat is dat je ze enkel op haar poten hoeft te zetten. Dat je ook van betaalbaar wonen een prestigeproject kunt maken bewijst een stad als Wenen. In plaats van de markt te laten spelen, heeft de stad daar het woonbeleid zelf in handen. Maar liefst 60 procent van de inwoners van de stad woont er in een huurwoning van de stad of van een woningcoöperatie. In Wenen is wonen écht betaalbaar.
Een sociaal woonbeleid zal er in Leuven echter niet vanzelf komen. Het gaat lijnrecht in tegen de belangen van grote projectontwikkelaars die de stad vandaag volbouwen met luxewoningen. De tijdelijke overwinning voor de bewoners van Lolanden leert ons enerzijds dat wanneer mensen samen in actie komen het onmogelijke mogelijk kan worden. Anderzijds toont het ons slechts een schim van wat mogelijk kan worden wanneer een veel bredere en sterkere tegenstroom de strijd zouden aangaan om de stad te veroveren op de grote projectontwikkelaars.